Hulpmiddelen en technologie aanpassen

Unit 2

Inhoud

Naarmate mensen ouder worden, verliezen mensen een aantal vaardigheden nodig om de acitviteiten behorende tot het dagelijks leven te kunnen uitoefenen zoals zich aankleden, eten, douchen… maar ook koken, winkelen, schoonmaken… waardoor  de autonomie afneemt.

Logischerwijs nemen ook de vaardigheden van ouder wordende personen met een verstandelijke beperking in de loop van de tijd af, maar vaak gebeurt dit versneld.  Bovendien dient opgemerkt te worden dat personen met een verstandelijke beperking dikwijls al hun hele leven ondersteuning nodig hebben gehad bij het uitvoeren van bovengenoemde activiteiten.

Om de autonomie van de persoon zo lang mogelijk te behouden en de ondersteuning bij de activiteiten van het dagelijkse leven uit te stellen, is het niet alleen belangrijk dat de professional de verandering in behoefte opmerkt, maar is het des te belangrijker dat de persoon met een verstandelijke beperking zelf zijn gewijzigde behoefte kan aangeven en beseft dat zijn ondesteuningnood in de toekomst kan toenemen. Dit zal de professional in staat stellen om niet alleen de omgeving van de ouder wordende persoon met een verstandelijke beperking beter aan te passen  maar ook om die hulpmiddelen nodig in het dagelijks leven binnen het bereik te brengen met het oog behoud van autonomie en levenskwaliteit.

De hulpmiddelen en technologische aanpassingen zijn hulpmiddelen die kunnen bijdragen aan het behoud van de autonomie van de persoon met een verstandelijke beperking. Deze hulpmiddelen zijn specifiek te bepalen per persoon. Het gebruik dient continu opgevolgd en bijgestuurd te worden.

Deze didactische module bevat verschillende oefeningen met als doel de ouder wordende persoon met een verstandelijke beperking te helpen bij het bepalen van de behoeften die kunnen ontstaan als gevolg van het verouderingsproces en hem zicht te geven op de mogelijkheden die er zijn om in te spelen op deze behoeften of om de omgeving aan te passen.  Daarnaast is het ook bedoeld om de ouder wordende persoon met een verstandelijke beperking vertrouwd te maken met de verschillende hulpmiddelen en technologische mogelijkheden die te verkrijgen zijn.

Leerresultaten

Kennis Vaardigheden

Soorten moeilijkheden bij de dagelijkse activiteiten

  1. De ouder wordende persoon met een verstandelijke beperking kan de huidige en toekomstige moeilijkheden in het dagelijks leven identificeren.
  2. De ouder wordende persoon met een verstandelijke beperking kent de belangrijkste hulpmiddelen die in zijn omgeving aanwezig zijn en weet hoe hij om hulp kan vragen om over de moeilijkheden heen te komen

De aangepaste omgeving: badkamer, keuken en eetkamer.

  1. De ouder wordende persoon met een verstandelijke beperking kan de belangrijkste kenmerken van een aangepast omgeving aangeven
  2. De ouder wordende persoon met een verstandelijke beperking geeft zijn mening over de belangrijke wijzigingen die in zijn thuisomgeving kunnen worden gedaan om zijn autonomie te verbeteren.

Hulpmiddelen: definitie, kenmerken  en onderhoud.

  1. De ouder wordende persoon met een verstandelijke beperking leert de belangrijkste kenmerken van de hulpmiddelen.
  2. De ouder wordende persoon met een verstandelijke beperking denkt na over welke hulpmiddelen hij in de toekomst nodig kan hebben.
  3. De ouder wordende persoon met een verstandelijke beperking is vertrouwd met de manieren om de meest voorkomende hulpmiddelen goed te onderhouden.

Functionaliteiten van ondersteunende technologie.

  1. De ouder wordende persoon met een verstandelijke beperking leert omgaan met de meest voorkomende ondersteunende technologie en hun functionaliteiten.

Andere eenheden

Unit 1
Welbevinden

Maak je klaar om je woning aan te passen / te veranderen. Verhuizen naar een andere plek.

Unit 3
Welbevinden

Budgetbeheer: minder inkomsten, nieuwe prioriteiten.

Unit 4
Welbevinden

Optimalisering van de gezondheid: lichaamsbeweging en een gezonde levensstijl.

Unit 5
Welbevinden

Zich bewust zijn van de veranderingen die samenhangen met het ouder worden.

Unit 6
Welbevinden

Veiligheid: Preventie van misbruik.