Budgetbeheer: minder inkomsten, nieuwe prioriteiten.

Unit 3

Geldbeheer is gekoppeld aan de factor kwaliteit van leven (QoL): welzijn (Schalock en Verdugo).

Inhoud

Eén van de Kwaliteit van Leven-factoren, van het “Shalock en Verdugo QoL conceptueel model”, is Welzijn.

Deze factor wordt gevormd door de volgende domeinen: Emotioneel welzijn, fysiek welzijn en materieel welzijn.

Twee indicatoren van het materiële welzijnsdomein zijn: financiële situatie en bezittingen.

De financiële situatie van ouderen en mensen met een verstandelijke beperking kan verslechteren. Door te stoppen met werken kunnen mensen minder inkomsten maar wel meer gezondheidsgerelateerde uitgaven hebben.

Vaak zijn mensen met een verstandelijke beperking zich niet bewust van hun financiële middelen en beseffen ze te weinig aan welke uitgaven ze prioriteit moeten geven en hoe ze hun geld moeten gebruiken.

Beschikken over voldoende financiële middelen en in staat zijn om zelf te beslissen hoe je deze middelen wil bestelden draagt bij aan het materiële welzijn van mensen met een verstandelijke beperking.

Wanneer mensen ouder worden, veranderen behoeftes. Dit houdt in dat mensen andere prioriteiten moeten geven aan hun geldbesteding  teinde hun levenskwaliteit te behouden.

Geldbeheer is een dagelijkse instrumentele activiteit waarbij de meeste mensen met een verstandelijke beperking ondersteuning nodig hebben. Daarom zullen we ons richten op het kennen van de nieuwe behoeften, de wijzigende prioriteiten en de middelen die elke persoon heeft.

Het doel van deze module is om mensen inzicht te geven in de hulpmiddelen die er bestaan om zicht te krijgen om het beschikbaar budget, de uitgaven en hoe de hun financiële middelen kunnen beheren.

Leerresultaten

Kennis Vaardigheden

De behoeften van ouder wordende volwassenen met een verstandelijke beperking: Gezondheid, geldbeheer en dagelijkse activiteiten

  1. Identificeer  de behoeften en prioriteiten met betrekking tot geldbeheer  die kunnen optreden als gevolg van  ouder worden.

Begrip inkomen en soorten: vast en variabel.

  1. Identificeer de vaste inkomsten die wekelijks/maandelijks beschikbaar zijn.
  2. Identificeer de variabele inkomsten die op bepaalde momenten van het jaar beschikbaar zijn (verjaardag, belangrijke festiviteiten...).
  3. Classificeer het inkomen op basis van vaste of variabele categorieën.

Begrip uitgaven /Nieuwe uitgaven: vast en variabel

  1. Identificeer vaste wekelijkse/maandelijkse uitgaven.
  2. Identificeer variabele wekelijkse/maandelijkse uitgaven.
  3. Identificeer nieuwe uitgaven.
  4. In staat zijn om de vaste/variabele uitgaven te kunnen classificeren.

Geldbeheer

  1. Mijn salaris identificeren.
  2. Leren hoe ik mijn uitgaven kan verlagen.
  3. Leren hoe ik mijn schulden kan bepalen
  4. Leren hoe ik schulden kan vermijden.
  5. Leren hoe ik men geld kan besparen.
  6. Leren om verschillende documenten met betrekking tot mijn inkomsten en uitgaven te identificeren.
  7. Leren om zelf te beslissen hoe ik men geld wil uitgeven/sparen.

Soorten ondersteuningen die helpen bij het organiseren van de financiële documenten

  1. Het identificeren van verschillende soorten ondersteuning die kunnen helpen bij het organiseren van de financiële documenten.

Andere eenheden

Unit 1
Welbevinden

Maak je klaar om je woning aan te passen / te veranderen. Verhuizen naar een andere plek.

Unit 2
Welbevinden

Hulpmiddelen en technologie aanpassen

Unit 4
Welbevinden

Optimalisering van de gezondheid: lichaamsbeweging en een gezonde levensstijl.

Unit 5
Welbevinden

Zich bewust zijn van de veranderingen die samenhangen met het ouder worden.

Unit 6
Welbevinden

Veiligheid: Preventie van misbruik.