Pensioen

Oefening 8.
1
Sociale inclusie
Offline Presentaties (powerpoints, PDF, docs, ...)
Meer dan 30 minuten
Individueel In groep

Richtlijnen voor professionelen

De eerste oefeningen omvat 5 activiteiten. Het doel van deze oefeningen is om de ouder wordende persoon met een verstandelijke beperking te helpen begrijpen en stil te staan bij het begrip ‘pensioen’.

De activiteiten zijn gelinkt aan het domein van Kwaliteit van Leven ‘persoonlijke ontwikkeling’ – in relatie met het domein ‘sociale inclusie’. Ondersteuningsnoden van de ouder wordende person met een verstandelijke beperking binnen het eerste domein zijn ‘nieuwe dingen leren en nieuwe ervaringen hebben, zelfs na het pensioen’. Kennen verwerven over pensioenplanning en huidige werk- of activiteiten overdag leren handhaven of verminderen.

Voorbereiding en materialen die nodig zijn:

  • Casus: Isabel’s verhaal deel 1 en 2
  • Print de afbeeldingen uit bijlage 1 en lamineer, indien nodig. (De bijlage is een Word-document, waardoor het mogelijk is om afbeeldingen toe te voegen, afbeeldingen te veranderen, het lettertype te wijzigen,…)
  • Flipchart of whiteboard
  • Flipchart papier
  • Rode en groene markeerstiften
  • Post-its

Beschrijving van de oefening

Activiteit 1: Wat is pensioen? (Bijlage 1 – 20 minuten)

  • Deze activiteit is bedoeld om na te gaan in welke mate de deelnemer weet wat pensioen is. Begin de eerste oefening met het verhaal van Isabel (deel 1) terwijl je afbeeldingen toont, of laat hen het verhaal alleen lezen.
  • Vraag de deelnemers of ze weten wat pensioen is en laat hen concreet uitleggen. Je mag ander materiaal of andere films toevoegen die een situatie verkennen van mensen die met pensioen gaan. Het best kan je films tonen van plaatselijke mensen, indien mogelijk.

 

Activiteit 2: Waarom gaan mensen met pensioen? (Bijlage 2 – 30 minuten)

  • Start met de groep te vertellen over de activiteit, om hen te stimuleren erover na te denken
  • Geef elke groep een blad of een flipchart papier onderverdeeld in twee zones, een groene en een rode.
  • Geef de groep de afbeeldingen (die je uit kan knippen en lamineren, indien nodig) en vertel hen één afbeeldingen tegelijkertijd te nemen, te bespreken waar de afbeelding over gaat en als groep te beslissen of het een reden is om met pensioen te gaan (groen) of niet (rood).
  • Vraag hen vervolgens om de kaart in de gepaste zone te plaatsen van de flipchart. Moedig de groep aan om de bespreken en te discussiëren over waarom het een reden is om met pensioen te gaan, of waarom niet.
  • Het spel is afgewerkt wanneer de groep elke kaart besprak en in de flipchart plaatste.

 

Merk op dat de meeste kaarten in de groene zone geplaatst kunnen worden. Het hangt allemaal af van hun interpretaties. Bijvoorbeeld: De meeste mensen werken omdat ze het geld nodig hebben, maar sommigen hebben genoeg spaargeld en besluiten om vervroegd met pensioen te gaan.

 

Activiteit 3: Wat is de meest voorkomende reden om met pensioen te gaan? (Bijlage 3 – 10 minuten)

Vraag de groep om de kaarten te nemen die ze tijdens activiteit 2 in de groene zone hebben geplaatst. Vraag hen om te beslissen welke 3 afbeeldingen de 3 meest voorkomende redenen voorstellen waarom mensen met pensioen gaan.

Indien mogelijk, laat hen deze 3 kaarten rangschikken.

1 = meest voorkomende reden

2 = 2de meest voorkomende reden

3 = 3de meest voorkomende reden

 

Activiteit 4: Wat doen mensen als ze met pensioen gaan? (40 minuten) 

Deze activiteit vereist beide individuele en groepsantwoorden tot de vraag, maar genereert vooral een gesprek over de verschillende dingen die mensen doen als ze met pensioen gaan.

  • Geef elke deelnemer twee post-its.
  • Vraag de deelnemers om individueel na te denken over twee dingen die mensen zoals kunnen doen wanneer ze met pensioen gaan. Laat hen deze activiteiten/dingen opschrijven op de post-its. Help waar nodig.
  • Vraag nadien elk lid om de groep te vertellen wat ze hebben opgeschreven. Laat hen hun post-its op een flipchart of blackboard plakken.
  • Vraag ondertussen ook of het idee overeenkomt met het idee van andere deelnemers. Indien dit het geval is, groepeer deze ideeën samen voor hen. Wanneer alle ideeën op de flipchart staan, teken dan een cirkel rond de overeenstemmende ideeën.

 

Deze activiteit verkent de voordelen van het pensioen, maar de deelnemers mogen ook meer negatieve gedachten, angsten of stereotypen benadrukken. Verken alle problemen die zich voordoen bij de activiteit met de hele klas.

Nodig indien mogelijk een of meer sprekers uit, mensen die bijna met pensioen gaan of al met pensioen zijn, om kort iets te vertellen over hun ervaringen, maar vraag hen om zich vooral te richten pop de reden waarom zij van hun pensioen genieten.  Je zou ook huiswerk kunnen geven en de deelnemers kunnen vragen om een interview te houden met een of meerdere gepensioneerden.

 

Activiteit 5: Quiz (Bijlage 4 - 20 minuten)

Start deze activiteit door de deelnemers te vragen wat ze zich nog herinneren over het verhaal van Isabel. Hoe eindigde het verhaal? Ga nu verder met het verhaal van Isabel (deel 2), of laat hen zelf het verhaal lezen.

Deze activiteit gaat over waar mensen bang voor zijn of wat hen gelukkig maakt op gebied van met pensioen gaan. Beschrijf de activiteit voor de deelnemers en vertel hen dat er een quiz zal zijn op het einde en dat ze zich dus moeten concentreren en aandachtig moeten luisteren. De quiz kan zowel individueel als in groep gemaakt worden. Vraag de deelnemers om de scorekaarten te gebruiken om op te tellen wat hun score is, gebaseerd op het aantal correcte antwoorden.

 

Materialen

Feedback