Wat betekent een ‘levensdoel’?

Oefening 13.
1
Zelfbeschikking Sociale inclusie
Afbeeldingen/pictogrammen/info graphics Offline Presentaties (powerpoints, PDF, docs, ...)
Meer dan 30 minuten
Individueel

Richtlijnen voor professionelen

Deze oefening bestaat uit drie aparte activiteiten en heeft als doel het begrip van de ouder wordende persoon met een verstandelijke beperking omtrent het begrip ‘levensdoel’ te verbeteren. Na het maken van deze oefening zou de ouder wordende persoon met een verstandelijke beperking het onderscheid moeten kunnen maken tussen een ‘doel’ en een ‘droom’ en het begrip vrij kunnen behandelen, en ook de link kunnen leggen met zijn eigen ervaringen.

 

Activiteit 1 “Wat is het antwoord?”

Deze activiteit bevat een verhaal van een ouder wordende vrouw met een verstandelijke beperking, die net met pensioen gegaan is en die nood heeft om nieuwe levensdoelen op te stellen om betekenis te geven aan (de rest van) haar leven.

Stappen:

  1. De ouder wordende persoon met een verstandelijke beperking moet het verhaal zorgvuldig lezen. Indien nodig kan de professional verschillende technieken gebruiken om de ouder wordende persoon met een verstandelijke beperking te helpen om de essentie van het verhaal te begrijpen.
  2. 2. Vervolgens wordt aan de ouder wordende persoon met een verstandelijke beperking gevraagd om vier open vragen te beantwoorden omtrent de beslissingen van het hoofdpersonage en haar persoonlijke kenmerken, waarbij de professional de ouder wordende persoon moet aanmoedigen om zijn antwoorden gedetailleerder uit te leggen.

Het idee van de activiteit is om de professional te laten observeren hoe goed de ouder wordende persoon met een verstandelijke beperking het concept ‘levensdoel’ begrijpt.

Opmerking: De professional moet in gedachten houden dat voor sommige ouder wordende personen met een verstandelijke beperking het begrip ‘levensdoel’ te abstract zou kunnen zijn en dat ze moeilijkheden zouden kunnen ondervinden bij deze oefening. In zulke gevallen moet de professional extra tijd en aandacht besteden in het uitgebreid uitleggen van het begrip en het concept dat erachter.

 

Activiteit 2 “Doel of droom?”

Stappen:

  1. Voor de prestaties van deze activiteit moet de professional eerst het verschillen tussen een doel en een droom gedetailleerd uitleggen.
  2. Na de uitleg zou de ouder wordende persoon met een verstandelijke beperking zich bewust moeten zijn dat elk doel zonder deadline en zonder actie slechts en een droom is, en dat voor dromen niets onmogelijk is, terwijl doelen haalbaar moeten zijn.
  3. Vervolgens moet de professional de 8 afbeeldingen bezorgen (vooraf geprint en uitgeknipt) die de verschillende verdiensten voorstellen en aan de ouder wordende persoon met een verstandelijke beperking vragen welke als droom aanzien kunnen worden, en welke als doel, met zijn eigen situatie in het achterhoofd.

 

Activiteit 3 “Waar ben ik goed in?”

In deze activiteit moet de ouder wordende persoon met een verstandelijke beperking laten zien hoe goed hij het begrip ‘levensdoel’ beheerst en proberen om dit te linken aan de eigen ervaringen. Hier moet de ouder wordende persoon met een verstandelijke beperking voor het eerst proberen in deze richting te denken, en daartoe moet hij worden aangemoedigd 5 verschillende vragen te beantwoorden, betreffende zijn sterke en zwakke punten, enz.

Opmerking: De professional moet in het achterhoofd houden dat voor sommige mensen met een verstandelijke beperking het begrip ‘levensdoel’ te abstract zou kunnen zijn en dat ze moeilijkheden zouden kunnen ondervinden bij deze oefening. In dat geval moet de professional extra tijd en aandacht besteden aan het grondig bespreken van het begrip en het achterliggende concept.

Materialen

Feedback