Het pensioenplan van mijn dromen

Oefening 8.
3
Persoonlijke ontwikkeling Zelfbeschikking Sociale inclusie
Afbeeldingen/pictogrammen/info graphics Offline
Meer dan 30 minuten
Individueel

Richtlijnen voor professionelen

Sessie 3 omvat 4 oefeningen. Deze sessie verwerkt de opgedane ervaringen tot dusver. Deze oefeningen hebben als doel om de ouder wordende persoon met een verstandelijke beperking te ondersteunen bij het ontwikkelen van een pensioenplan van hun dromen.

De oefeningen zijn verbonden aan 3 domeinen van Kwaliteit van Leven: ‘persoonlijke ontwikkeling’, ‘sociale inclusie’ en zelfbeschikking. Om deel te nemen in communautair groeps- en/of vrijwilligerswerk, moet de ouder wordende persoon met een verstandelijke beperking keuzes maken.

Ze komen overeen met de volgende leerresultaten:

Pensioen:

  • Nadenken over een persoonlijke pensioenplan
  • Het tempo van een pensioenplan bepalen

Werk & vrije tijd

2.5.        Het identificeren van en nadenken over (vrijwilligers)werkactiviteiten en vrijetijdsactiviteiten na het pensioen
2.6.        Het tempo bepalen waarop men wil deelnemen aan deze activiteiten

Het pensioenplan van mijn dromen

3.1.        Een persoonlijk pensioenplan ontwikkelen
3.2.        Een geschikte gemeenschap of vrijwilligersgroep vinden
3.3.        Een bezoek brengen aan de gemeenschaps- of vrijwilligersgroep

Voorbereiding/materialen die nodig zijn:

  • bijlage 3, print alle werkbladen uit voor elk van de deelnemers
  • De werkbladen zijn de basis van het pensioenplan

OPMERKING:

Gebruik alle verzamelde informatie uit oefening 3, d.w.z. de favoriete vrijetijds-/recreatieve of hobby-activiteiten en verkozen vrijwilligerswerk en hou een brainstormsessie met de deelnemer en andere belangrijke personen voor de ouder wordende persoon met een verstandelijke beperking om dingen meer concreet te maken.

Help met het zoeken van plaatselijke gemeenschapsgroepen (seniorengroepen, golfclubs, zwemclub, koor,…) of vrijwilligerswerk dat overeenstemt met de verlangens van de deelnemer.

Maak een afspraak met een van deze groepen of vrijwilligersjobs en sta de deelnemer bij om te gaan en een bezoek te brengen.

Beschrijving van de oefening

Activiteit 1: Wat als ik met pensioen ga? (bijlage 1 – 30 minuten)

Start deze activiteit met een samenvatting van hoofdstuk 8, oefening 1. Je kan verwijzen naar het verhaal van Isabel of naar de activiteiten van oefening 1.

Vraag de deelnemers achteraf om zich hun eigen pensioen in te beelden. Geef elke deelnemer een activiteitenblad (bijlage 1) en vraag hen om zelfstandig te werken. Geef hen vijf minuten om de vragen apart te beantwoorden. Als de activiteit te moeilijk is, geef dan een voorbeeld of laat hen de activiteit per twee uitvoeren. Vraag hen na het vervolledigen van het activiteitenblad, om uitleg en om op het whiteboard of de flipchart hun antwoorden te noteren. Er zijn natuurlijk geen goede of slechte antwoorden. Start een discussie over hun angsten.

 

Activiteit 2: Stop ik, verminder ik of blijf ik werken? (bijlage 2 - 30 minuten)

Print activiteit 2 voor alle deelnemers. Print uit en lamineer de drie kaarten op pagina 1. Maak ze groter indien nodig.

Vraag de deelnemer “Welke kaart past het best met het huidige pensioenplan van je dromen?”

Geef elke deelnemer het bijbehorende werkblad (bijlage 2) en vraag hem alleen te werken. Geef hem 20 minuten of meer, indien nodig. Neem, indien nodig, een pauze. Als de activiteit te moeilijk is, neem dan samen de antwoorden door. Help hem om de vragen te selecteren die hij moet beantwoorden.

 

Activiteit 3: Welke vrijetijdsactiviteiten zou ik het liefst doen? (bijlage 3 - 30 minuten)

De activiteit heeft als doel de deelnemers te helpen nadenken over activiteiten waar ze van dromen om te doen wanneer ze met pensioen gaan (bijlage 3)

Vier strategieën die de ouder wordende personen met een verstandelijke beperking kunnen ondersteunen bij het maken van hun collage.

  1. Toon hen de collage van Marie’s droomactiviteiten. (bijlage 3)
  2. Geef hen de lijst van vrijetijds-/recreatieve/hobby-activiteiten. (hoofdstuk 8: oefening 2 – bijlage 3)
  3. Nodig het netwerk (familie, vrienden, vertrouwelingen,…) uit om te helpen bij het maken van de collage.
  4. Praat over dingen uit het verleden, over wanneer ze jonger waren, nog kinderen, wat ze deden, maar ook wat ze wensen dat ze geleerd hadden.

Geef de deelnemers de mogelijkheid om hun eigen persoonlijke collage te maken. Bijvoorbeeld: als de persoon graag online naar afbeeldingen zoekt, gebruik dan een notebook of andere elektronische toestellen. Of doe het op de traditionele manier, en laat hen afbeeldingen knippen uit magazines of vraag hen foto’s te nemen met hun smartphone.

Een andere mogelijkheid is om huiswerk te geven. Vraag deelnemers om te praten over hun droomactiviteiten met hun familie, vrienden, huisgenoten of begeleiders.

 

Activiteit 4: Wat voor vrijwilligerswerk zou je graag uitproberen? (bijlage 4 – 30 minuten)

Start met een korte samenvatting van activiteit 6 (Oefening 2). Gebruik, indien nodig, de pictogrammen of afbeeldingen van plaatselijke communautair vrijwilligerswerk zoals in activiteit 6.

Deze activiteit heeft als doel het ondersteunen van de ouder wordende persoon met een verstandelijke beperking bij het identificeren van hun voorkeuren rond vrijwilligerswerk.

Vraag de deelnemers eerst om de voorwaarden te selecteren die zij belangrijk vinden bij vrijwilligerswerk. Bijvoorbeeld: werken met de handen in plaats van met het hoofd, iets doen binnen,…

Vraag hen vervolgens om de soort sector van vrijwilligerswerk die ze misschien eens willen uitproberen. Ze zullen gebruikt worden de sector te selecteren.

Help de ouder wordende persoon met een verstandelijke beperking om het meer concreet te maken, gebaseerd op de plaatselijke beschikbare vrijwilligersjobs. Bijvoorbeeld: als de optie er is om iets te doen binnen ouderenzorg zou je voorbeelden kunnen geven zoals een wandeling maken met een oudere persoon die eenzaam is, helpen in de cafetaria van een ouderentehuis, koffie drinken met een oudere persoon, enz.

Materialen

Feedback