De patiënt als actieve partij in de palliatieve zorg

Oefening 2 bevat twee aparte activiteiten.

• Activiteit 1, ‘Hoe zelfstandig is Chris in het hospice', is in de vorm van een quiz. De ouder wordende persoon met een verstandelijke beperking moet een verhaal lezen en vervolgens drie vragen beantwoorden met elk drie mogelijke antwoorden. Deze oefening reikt over de mate van zelfstandigheid van gebruikers van hospice-diensten en staat de professional toe na te gaan hoe goed de ouder wordende persoon met een verstandelijke beperking alles begrijpt rond zelfstandig leven in het kader van bewonerszorg.
• Activiteit 2 ‘Mijn bezorgdheid rond palliatieve zorg’ heeft als doel ervoor zorgen dat de ouder wordende persoon met een verstandelijke beperking zijn voornaamste bezorgdheid deelt rond dit soort zorg. Hiervoor werden 6 kaarten ontwikkeld met daarop de meest populaire bezorgdheden van toekomstige patiënten van de palliatieve zorg.

Stappen:

1. De ouder wordende persoon met een verstandelijke beperking kiest de kaarten die zijn eigen bezorgdheid uiten.
2. Vervolgens bespreekt hij ze één per één met de professional. De professional moet samen met de ouder wordende persoon nadenken over elke kaart die een specifieke bezorgdheid uitdrukt. De belangrijkste punten moeten besproken worden en samen zoeken ze naar argumenten om de bezorgdheid te ondersteunen of weg te nemen.

Nadat de persoon zijn kaarten gekozen heeft, moet hij samen met de professional nadenken over elke kaart die een specifieke bezorgdheid uitdrukt. De belangrijkste punten moeten besproken worden en samen zoeken ze naar argumenten om de bezorgdheid te ondersteunen of weg te nemen. De voorstellen van vragen om bij stil te staan worden hieronder voorzien. De professional mag deze gebruiken of zijn eigen vragen opstellen die aansluiten bij de behoeften van de individuele persoon.

• Wat zijn de redenen voor jouw bezorgdheid?
• Heb je hierover meer informatie nodig?
• Wie zou jou deze informatie kunnen geven?